Hoe werd wijn vroeger bewaard?  

wijn bewaren

Voor zij die graag wijn drinken en kennis hebben van wijn, weten ondertussen dat wijn een lange en mooie geschiedenis achter de rug heeft. Het is één van de oudste alcoholische dranken ter wereld en heeft al heel wat beschavingen meegemaakt.  

Tegenwoordig slaan wij wijn op en bewaren wij deze in een wijn koelkast of ergens op een donkere koele plek waar deze niet gestoord wordt en kan rusten. Maar duizenden jaren geleden bestond er jammer genoeg nog geen elektriciteit. Dus hoe slaagde men vroeger wijn dan op? Wij zoeken het voor je uit.  

De Oude Grieken waren meesters in het opslaan van hun wijn 

De Oude Grieken dronken maar al te graag wijn. Dit product was door de handel met Egypte naar het Griekse vasteland overgewaaid en bloeide daar uit tot een waar succes. Wijn was in die tijd een enorm belangrijk onderdeel van hun beschaving en cultuur. Omdat de Oude Grieken zo’n liefhebbers waren van wijn, bedachten zij er zelfs een god voor! Dionysos was niet alleen de god van de wijn, maar ook van de poëzie, theater, en nog veel meer menselijke deugden. Dionysos was één van de vele buitenechtelijke kinderen van Zeus die getrouwd was met Hera.  

In tijden van de Oude Grieken was wijn op korte tijd een waar luxe product geworden. In die tijd werd wijn trouwens ook vaak verdund met water om zo tot een betere smaak te komen. Ze voegden vaak specerijen zoals honing en mirre toe en experimenteerde met verschillende smaken.  

De Oude Grieken bewaarden hun wijnen in amforen. Dit waren grote stenen kruiken met langs beide kanten een oor om de kruik of amfoor vast te nemen. Zo konden zij deze makkelijk verschepen en verplaatsen. Ook bestonden er kleinere amforen die gebruikt werden om wijn in uit te schenken in hun glazen.  

wijn bewaren
Hier bewaarden de Grieken hun wijn in

De jonge wijnen die nog niet direct voor consumptie bedoeld waren, werden in amforen bewaard die werden dicht gebrand met pek en zo in een put onder de grond werd gestopt. Op die manier bleef de wijn koel en kon deze voor langere tijd bewaard worden.  

Monniken bewaarden hun in grote houten vaten  

Door de opkomst van het Christendom dat zo goed als in heel Europa het belangrijkste geloof was geworden, produceerde de meeste klooster hun eigen wijn. Deze werd vervolgens gebruikt tijdens de misvieringen van het klooster zelf.  

In tegenstelling tot Oude Grieken bewaarden de monniken hun wijn in houten vaten die ze vervolgens in de koele kelders van hun klooster of kerk bewaarden. Niet alleen zorgde de houten vaten ervoor dat wijn langer en gemakkelijker kon worden opgeslagen, ook zorgde dit ervoor dat de wijn een andere smaak kreeg. Door het rijpen en bewaren in houten vaten krijgt wijn een typische houterige smaak.  

De uitvinding van de kurk zorgde voor een revolutionaire vooruitgang  

In de 17e eeuw werd de kurk uitgevonden. Dit zorgde voor een revolutionaire vooruitgang in het bewaren van wijn. Zo kon wijn worden bewaard op fles zoals wij deze vandaag de dag kennen. Het is dankzij deze uitvinding dat wij wijn de dag van vandaag kunnen bewaren in wijnklimaatkast met 2 zones.